Gezinnen tellen de kosten omdat grote techbedrijven er niet in

Gezinnen tellen de kosten omdat grote techbedrijven er niet in slagen goedkope reparaties van telefoons, laptops en koelkasten aan te bieden

Techbedrijven maken het niet gemakkelijk of betaalbaar om producten te laten repareren. iJasper/Shutterstock

Elk jaar wordt wereldwijd 50 miljoen ton elektronisch en elektrisch afval geproduceerd. Een groot deel van dit afval is het gevolg van “productveroudering” – de term die wordt gebruikt voor telefoons, computers, koelkasten en andere goederen die onbruikbaar worden omdat ze te moeilijk of te duur zijn om te repareren.

Bedrijven drukken hun kosten door gemakkelijk toegankelijke en goedkopere materialen te gebruiken en software-updates op computers en telefoons te beperken naarmate ze ouder worden. Apple, Microsoft en andere elektronica- en elektronicabedrijven blijven ook producten verkopen met een korte levensduur door onderdelen en reparaties duur te maken.

In Californië, waar een recht op reparatie wordt ingevoerd, zouden gezinnen naar schatting 330 dollar per jaar (243 pond) kunnen besparen door elektronica te kunnen repareren in plaats van vervangen.

Recht op reparatiewetten zijn of worden ook over de hele wereld aangenomen, in Australië, de EU, Frankrijk, het VK en de Amerikaanse staten Massachusetts en New York. Maar deze wetten gaan niet ver genoeg.

De meeste van deze recent ingevoerde wetten hebben betrekking op huishoudelijke elektronische apparaten zoals wasmachines en koelkasten, maar alleen de Franse wet heeft betrekking op apparaten zoals smartphones en laptops.

Tot dusver hebben fabrikanten van smartphones en laptops weinig gedaan om te reageren op het milieuafvalprobleem. Apple, bijvoorbeeld, heeft pas na jaren van druk van consumenten en juridische druk een zelfbedieningsreparatieprogramma gelanceerd. Er zijn voorbeelden van kleinschalige initiatieven van bedrijven die consumenten in staat stellen hun smartphones te repareren of te upgraden, maar deze moeten op grotere schaal worden ingevoerd.

De verplichting om de eerste keer reserveonderdelen te leveren zou in theorie de levensduur van apparaten moeten verlengen en de behoefte aan nieuwe producten moeten verminderen. Maar dit zal natuurlijk in strijd zijn met het gebod van de ondernemingen om hun winsten te blijven opvoeren. Wat teleurstellend is, is dat de huidige wetten de consument niet het recht geven om alle producten te laten repareren. (Afhankelijk van de wet zijn technische bedrijven alleen verplicht informatie te verstrekken over producten die gemakkelijker te repareren zijn, reserveonderdelen of advies over reparaties). Sommige regelingen inzake het recht op reparatie schieten ook tekort omdat ze te veel hindernissen opwerpen voor de consument, waaronder beperkingen over wie het product mag repareren, en omdat de prijsstelling van reparaties niet aan bod komt.

Elektronisch afval is slecht voor het milieu, en staat ook haaks op veel wetgevings- en beleidsdoelstellingen inzake bijvoorbeeld nulafval en circulaire economie (overschakelen op hergebruik van producten, in plaats van ze weg te gooien).

Om het recht op reparatie toegankelijker te maken en verdere afvalbergen te voorkomen, kunnen techbedrijven veel meer doen, waaronder:

1. Reparaties moeten sneller

Soms zijn bedrijven te traag met het repareren van producten, waardoor mensen ze weggooien. Sommige van de termijnen die in de wetgeving inzake het recht op reparatie zijn vastgesteld voor de reparatie van apparaten, zijn ook onpraktisch voor mensen die een product dringend nodig hebben. Volgens de EU-wetgeving moeten reserveonderdelen voor koelkasten bijvoorbeeld binnen 15 werkdagen worden geleverd. Consumenten zullen eerder geneigd zijn een koelkast te vervangen dan 15 dagen te wachten terwijl het voedsel in hun koelkast of vriezer aan het bederven is.

Een enorme stortplaats van oude elektronica.

Bergen van elektronisch afval stapelen zich op over de hele wereld.
MortenB/Shutterstock

2. Reserveonderdelen moeten goedkoper zijn

Reserveonderdelen moeten betaalbaarder worden en gemakkelijker te verkrijgen zijn. De fabrikanten zouden een voorbeeld kunnen nemen aan de automobielsector, waar veel nieuwe en gereviseerde onderdelen op een gevestigde markt aan de consument ter beschikking worden gesteld.

Lees meer:
Ontwerp en reparatie moeten samenwerken om onze erfenis van verspilling ongedaan te maken

3. De toegang tot reserveonderdelen mag niet worden beperkt

De Britse regelgeving inzake het recht op reparatie bepaalt bijvoorbeeld dat professionele reparateurs toegang moeten hebben tot onderdelen in plaats van consumenten, waardoor de prijs van reparaties, die de klant soms gemakkelijk zelf kan uitvoeren, met arbeidskosten wordt verhoogd. Het recht op reparatie heeft niet veel zin als het veel goedkoper blijft om een kapot product te vervangen dan om het te repareren.

4. Producten moeten ontworpen zijn voor reparatie

Technologie- en elektronicabedrijven hebben andere bedrijfsmodellen nodig om klanten en detailhandel af te brengen van een wegwerpcultuur, waarin het gemakkelijker en goedkoper is om nieuw te kopen dan te repareren. Producten moeten ook zodanig worden ontworpen dat zij kunnen worden gerepareerd. Dit moet worden ondersteund door een toeleveringsketen die producten van klanten terugbrengt naar fabrikanten of verkopers voor reparatie.

5. Consumenten moeten meer informatie krijgen

Voortdurend upgraden naar de volgende nieuwe telefoon of televisie is voor veel mensen een geaccepteerde manier van leven geworden. Willen de mensen hun gedrag veranderen, dan moeten de technische bedrijven en de bedrijven die huishoudelijke apparaten produceren de mensen bewuster maken van de reparatiemogelijkheden, de voordelen van reparatie en de wijze van reparatie (bijvoorbeeld door een gemakkelijk toegankelijke lijst van professionele reparateurs ter beschikking te stellen).

De eerste stappen op weg naar het recht op reparatie zijn gezet, maar er is nog een lange weg te gaan. Wetten moeten worden aangescherpt en tech- en elektronicabedrijven moeten meer doen om gevestigde consumptie- en productiepatronen te doorbreken.

The Conversation

Benny Tjahjono ontvangt financiering van UKRI (EPSRC, ESRC, InnovateUK).

Katrien Steenmans werkt niet voor, geeft geen advies aan, heeft geen aandelen in, en ontvangt geen financiering van bedrijven of organisaties die baat hebben bij dit artikel, en heeft geen relevante relaties buiten zijn academische aanstelling bekend gemaakt.

Ubergeek Loves Coolblue

Zou je na het lezen van deze artikel een product willen aanschaffen?
Bezoek dan Coolblue en ontdek hun uitgebreide assortiment.